Dit wetsvoorstel implementeert de herziene EU-richtlijn 2022/362 over het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen in de Wet vrachtwagenheffing. Hiermee wordt de uitstoot van voertuigen verminderd en geldt steeds vaker dat de gebruiker en de vervuiler betalen.
Met dit voorstel komt er naast de bestaande infrastructuurheffing de mogelijkheid om gebruikers te laten betalen op basis van de euro-emissieklassen. Het wordt mogelijk om kosten in rekening te brengen voor veroorzaakte luchtverontreiniging, uitstoot van CO2 en voor geluidshinder. Voertuigen, tot en met 4.250 kg, die geen gassen uitstoten kunnen vrijgesteld worden van de vrachtwagenheffing. Daarnaast wordt met dit voorstel nog duidelijker gemaakt dat het verboden is om bij het uitvoeren van de tolheffing te discrimineren.
Naar verwachting start in 2026 de vrachtwagenheffing.
Het voorstel (EK, A) is op 1 april 2025 aangenomen door de Tweede Kamer.
Voor: SP, GroenLinks-PvdA, PvdD, DENK, Volt, D66, NSC, ChristenUnie, SGP, CDA, VVD, BBB en JA21.
Tegen: PVV en FVD.
De Eerste Kamercommissie voor Infrastructuur en Waterstaat / Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (I&W/VRO) heeft op 17 juni 2025 de nota naar aanleiding van het verslag (EK, C met bijlage) ontvangen en bespreekt op 1 juli 2025 de nadere procedure.
ingediend
3 oktober 2024titel
Wijziging van de Wet vrachtwagenheffing in verband met de implementatie van de herziene Europese tolheffingsregelsschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.